Obsidiaan
Obsidianen zijn heliocentrisch. Dat wil zeggen dat ze zowel licht absorberen als reflecteren. Als je in natuurlijk zonlicht door de steen heen kijkt is dit goed te zien.
Obsidiaan ontstaat bij snelle afkoeling van lava met een watergehalte van maximaal 3-4 %. Indien het gehalte aan vluchtige bestanddelen (water, kooldioxide) hoger is ontstaat puimsteen, omdat de vrijkomende gassen als een blaasmiddel werken. De vorming van vulkanisch glas is in hoge mate afhankelijk van de stroperigheid van de vloeibare lava en dit wordt op zijn beurt weer sterk bepaald door het gehalte aan kiezelzuur. Hoe hoger dit gehalte hoe trager de vloeistof vloeit. De meeste obsidianen hebben een kiezelzuurgehalte van 70% of meer en worden daarom tot de ryolieten gerekend. Minder vaak worden ook trachitische, andesitische en fonolithische obsidianen aangetroffen die een lager kiezelzuurgehalte hebben. De kleur van obsidiaan wisselt vrij sterk, afhankelijk van de verontreinigingen die het bevat. De kleur is meest donkergroen tot diepzwart, hoewel graniet met een vergelijkbare samenstelling een lichtgekleurd materiaal is. Meestal zijn bijzonder fijnverdeeld hematiet of magnetiet daar de oorzaak van.